Grubben en Vorst
Grubben, ook wel Gribben genoemd, was de naam van het kasteel waarvan nu nog slechts de ruïne van het "Gebroken Slot" resteert. Deze is te vinden aan de oude weg van Grubbenvorst naar Venlo aan de linkerzijde, vlakbij de Maas. Grubben wijst op een holle weg en Vorst wijst op de bossen in bezit van de heer van het gebied. Aanvankelijk was hier veel bos, maar dat is grotendeels verdwenen. Uit een behoefte aan weidegrond ging men de bossen kappen. Na het kappen ontstonden dan ook de heidevelden.
De oude tijd
Uit opgravingen is gebleken, dat net als in Lottum, de hogere Maasoevers al duizenden jaren vóór Christus bewoond moeten zijn geweest. Op het Molenveld aan de zuidzijde van Grubbenvorst zijn vondsten gedaan, die wijzen op agrarische bebouwing tijdens de Brons- en IJzertijd, de Romeinse tijd, de periode van de volksverhuizing en daarna. Op de hoge Maasoever komen ook sporen voor van vroeg-Germaanse bewoning. Deze hoge Maasoever draagt de naam "Reuvelt", een benaming die vermoedelijk uit de Karolingische tijd stamt.
Bij opgravingen na de verwoesting van de parochiekerk in november 1944 bleek, dat deze omstreeks het jaar 1415 gebouwde kerk zeker zes voorgangers moet hebben gehad. Aannemelijk is dat hier reeds in de loop van de 8ste eeuw het Christendom is gebracht.
Gribben met (half) Vorst was een zeer oude vrije heerlijkheid waartoe aanvankelijk ook Arcen, Lomm, Velden en Venlo behoorden. In 1311 koopt Reinoud van Gelder de heerlijkheid van de heer van Millen. Dit gebied is daarna Gelders gebleven tot aan de Franse tijd, ook al oefende sinds 1543 de Duitse Keizer hier (als hertog van Gelder) het gezag uit. Van 1555 tot 1713 deed dat de koning van Spanje en daarna tot 1794 de koning van Pruisen. In 1794, bij het begin van de Franse tijd, was het met de macht van Gelder gedaan.
De heer van Grubben was vooreerst beleend met de gehele heerlijkheid Vorst. Vermoedelijk uit geldgebrek deed hij in de 14e eeuw de halve heerlijkheid over aan zijn buurman, de heer van Baersdonk. In 1755 kocht de toenmalige heer van Grubben, de markies van Hoensbroek, de ridderhofstede Baersdonck met die andere helft van Vorst, zodat de heerlijkheid weer in één hand was.
Bij het beleg om Venlo in 1511 werd het slot Gribben voor de eerste keer verwoest. Het slot werd hersteld, maar in 1586 kwam de genadeslag toen Spaanse troepen onder Parma het kasteel bestormden en het totaal verwoestten. Vandaar de naam "Gebroken Slot".
Grubbenvorst was sinds de veldtocht van Frederik Hendrik in 1632 bezet door Hollandse troepen van de Republiek. Op 3 augustus 1635 werd Grubbenvorst overvallen door een keizerlijk regiment Kroaten. De inwoners waren naar de kerk gevlucht en hadden zich achter de kerkhofmuren verborgen. Om op te liggen hadden zij stro meegebracht. De Kroaten staken dit in brand en de kerk ging gedeeltelijk verloren. Hierbij ging ook veel archiefmateriaal in vlammen op. Kort daarna brak in de streek de pest uit, die veel slachtoffers maakte.
De nieuwe tijd
In 1794 begon de Franse bezetting, die tot 1815 zou duren. Tot 1798 functioneerde eerst nog de schepenbank onder leiding van de schout. De Fransen wilden het bestuur over de dorpen meer centraliseren en introduceerden een eerste vorm van "gemeentelijke herindeling".
Twee jaar lang behoorden Grubbenvorst en Lottum tot het kanton Horst. Dit centralistische bestuur bleek echter niet goed te werken, waardoor werd besloten tot indeling in kleinere gemeenten.
Grubbenvorst en Lottum werden samengevoegd tot één gemeente. Anno 2000 is de gemeentelijke herindeling weer actueel!
In 1815 begint de Nederlandse tijd, weliswaar in 1830 onderbroken door een Belgische periode, toen Limburg de Belgische opstand volgde.
Rond 1835 bedraagt het aantal kiesgerechtigden in de gehele gemeente slechts 30 mannen. In deze tijd mochten namelijk alleen meerderjarige mannen stemmen, die tevens een bepaald bedrag aan belasting betaalden.
In de tweede helft van de 19de eeuw begint in Grubbenvorst de ontginning van de heidevelden (In de 15e eeuw lagen in het heidegebied van de Heierhoeve reeds vier boerderijen). Deze ontginning komt in 1900 pas goed op gang als de kunstmest op de markt komt.
In de 19de en 20ste eeuw ontwikkelen de buurtschappen Heierhoeve en Californië zich verder. In Heierhoeve wordt na de tweede wereldoorlog de huidige kapel gebouwd.
Anno 2000 worden de beide buurtschappen bedreigd door het oprukkende industrieterrein Trade Port van Venlo.
Een belangrijke gebeurtenis in de 19de eeuw was de overname van het klooster de Bisweide door de zusters Ursulinen uit Venray. Reeds vanaf 1708 hadden er zusters gewoond in het klooster waarbij ze ook veel grond bezaten. Begin 19de eeuw kochten ze een stuk bouwland van bijna 2 ha op het Middelreuvelt van Herman in 't Zandt, de buurman van de zusters, wonende op "De Boo(m)gaard"(zie foto hier beneden).
In het klooster was een meisjespensionaat gevestigd. Ouders van pensionaires moesten, vanwege de gebrekkige verbindingen, op het einde van de 19de eeuw blijven overnachten in Grubbenvorst, zodat boerderij de Boo(m)gaard als een soort hotel ging fungeren.
Gedurende de 20de eeuw zijn ten aanzien van Grubbenvorst twee agrarische aspecten van groot belang. Allereerst de opkomst van de aspergeteelt en verder de vestiging van de Coöperatieve Venlose Veiling aan de Horsterweg. Na 1960 ontwikkelt Grubbenvorst zich tot forensendorp en krijgt ruim twee maal zo veel inwoners als Lottum.
Grubbenvorst, parel aan de Maas, kent een rijk verenigingsleven en organiseert jaarlijks aspergefeesten.
Kindsheidoptocht 1932
Voor meer informatie, zie: http://www.gewoengrubbevors.nl/